Dominicus Franciscus du Bois, 1928
Geboren 18 november 1792 te 's Hertogenbosch, en overleden te Weert 26 november 1853; zoon van Mr. Quintinus en van Maria Margaretha Rippens (zijn stiefvader, de Wert, was bankier en in de jaren 1824 en 25 geassociëerd met de firma Tilman te 's Hertogenbosch). Hij was | 1371 |
gehuwd met Jacoba Johanna van Reuth (geboren te Breda), uit welk huwelijk drie zonen (waarvan de oudste, Emmanuel, hiervoor behandeld is) en vier dochters geboren werden. Zijn rechtskundige studiën deed hij te Leiden, waar hij in 1816 promoveerde op een proefschrift De contractu societatis. Kort daarop vestigde van der Ven zich te 's Hertogenbosch, waar hij lange jaren als advocaat voor de rechtbank optrad en meermalen plaatsvervangend rechter was. Zijne benoeming tot secretaris der stad bracht hem ook in verschillende commissiën, waarvan hij gewoonlijk het secretariaat waarnam, zoo o.a. van de sub. comm. der Maatschappij van Weldadigheid, van het Ned. Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen, van de commissie over de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende kunsten; tevens was hij toeziend regent van het R.K. Weeshuis. Ook was van der Ven gedurende eenigen tijd voorzitter van het Letterminnend genootschap „Tot Oefening”, dat in 1818 te 's Hertogenbosch was opgericht. Nadat hij zijn ontslag als gemeente-secretaris genomen had en op pensioen gesteld was, vestigde hij zich als practiseerend advocaat voor korten tijd te Deurne en vervolgens te Weert, waar hij stierf. Van der Ven was een groot liefhebber van bloemen, zooals zijn werkjes over de Flora bewijzen. Tevens blijkt daaruit, dat hij zeer fijn met de pen de bloemen in al haar kleurschakeeringen wist na te teekenen. Van zijn hand is verschenen: De geheimen van Flora, bevattende eene geschied- en kruidkundige beschrijving der schoonste soorten. Hiacinten, Tulpen, enz. Met de uitgave, verschenen 's Hertogenbosch 1829, kwam het niet verder dan tot één aflevering (de Hiacint), met een plaat. Van de Ven heeft nog een handschrift nagelaten, met prachtig gekleurde penteekeningen van zijne hand, versierd. Het is eigendom van zijn kleindochter mevr. M. v.d. Zanden - v.d. Ven te Beek en Donk. De titel luidt: Beknopte beschrijving der voornaamste in Nederland natuurlijk groeiende en in de bloem- en moestuinen voorkomende vergiftige planten; benevens eene opgave der zekerste hulpmiddelen in geval van vergiftiging. Het voorbericht van dit geheel voor de pers gereed gemaakte handschrift is gedateerd uit Weert 12 december 1846.
Van Mr. v.d. Ven, alsook van diens vrouw, bestaan levensgroote portretten in olieverf. Beide zijn geschilderd door hun zoon Emmanuel, hiervoor genoemd. Zij zijn eveneens eigendom van hun kleindochter.
| 1372 |
Gedoopt Den Bosch 18 november 1792, overleden Weert 26 november 1853. Hij woonde en werkte in Den Bosch, ca. 1850 in Weert. Advocaat en stedelijk sekretaris in Den Bosch, tevens amateurschilder en -tekenaar van stillevens.
Tentoonstellingen Den Bosch 1825 en 1839: enige bloemstukken.
| 486 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 58, 102, 201
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 573
Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars 1750-1950 M-Z (1970) 486
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 255
A.J.J. van de Well, Beschrijvende Catalogus van de Historische Verzameling der Schutterij te 's-Hertogenbosch (1910) 2
R.A. van Zuijlen, Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's Hertogenbosch (1863) XXXIV